Kousa Prome langs de ideologische meetlat
18-03-2025 -
6 minuten leestijd
WILLEMSTAD – De antwoorden van Gisella Rosalia van Kousa Promé in de kieswijzer, elders op de site, laten een sociaal-nationalistische en economisch interventionistische visie zien. De partij ziet de overheid als een centrale speler in de economie, de sociale sector en het dagelijks leven van burgers. Er is een sterke nadruk op nationale soevereiniteit, zelfvoorziening en herverdeling van economische middelen. Maar hoe goed sluit hun programma aan bij deze ideologische kern?
1. De Overheid als sturende kracht: controle en collectief eigendom
Kousa Promé pleit voor een sterke overheidsrol in cruciale sectoren, zoals energie, voedselvoorziening en infrastructuur. De partij ziet marktwerking niet als een oplossing, maar als een systeem dat moet worden gereguleerd en waar de staat een actieve rol in moet spelen. Dit blijkt uit voorstellen zoals overheidssupermarkten zonder winstoogmerk, publieke investeringen in zonne-energie en energiebedrijven en een actieve rol van de overheid in de voedselvoorziening.
Consistentie?
Ja, Kousa Promé is consequent in haar visie dat de staat een actieve rol moet spelen in het dagelijks leven van burgers. Echter, hoe houd je een economie dynamisch als de overheid te veel sectors controleert? Het risico is dat inefficiëntie en bureaucratie economische vooruitgang afremmen. Bovendien lijkt het staatsmodel waarbij de overheid een dominante rol speelt een afgeleide van de koloniale maatschappij, waarvan de partij juist bevrijd wenst te worden.
2. Economische herverdeling: van grote bedrijven naar de bevolking
Kousa Promé stelt dat het economische systeem structureel oneerlijk is en pleit voor belasting op luxegebruik (precariorechten, vaartuigbelasting, sugartax, vettax). Ze eisen dat buitenlandse investeerders meer bijdragen aan de samenleving en vorderen schade door Shell via juridische weg terug.
Consistentie?
Ja, de partij heeft een duidelijke herverdelingsagenda. Grote bedrijven en buitenlandse investeerders moeten betalen, terwijl de bevolking wordt beschermd. De vraag blijft: hoe ver kun je gaan zonder de economie af te schrikken?
3. Nationale soevereiniteit en anti-imperialisme: Curaçao moet meer controle krijgen
De partij is kritisch op buitenlandse inmenging, zowel economisch als politiek. Dit blijkt uit hun houding tegenover Venezuela: Maduro wordt erkend als legitieme leider, buitenlandse inmenging wordt afgewezen. Toerisme: De overheid moet zeggenschap hebben over strategische infrastructuur zoals de haven en de luchthaven en de exportstrategie: Curaçao moet eigen producten ontwikkelen en internationaal afzetten.
Consistentie?
Ja, Kousa Promé wil onafhankelijkheid en economische autonomie. Het risico is echter dat een eiland als Curaçao, met een open economie, moeilijk volledig zelfvoorzienend kan zijn. Hoe behoud je nationale controle zonder internationale samenwerking te beperken?
4. Cultuur en identiteit: vorming van de ‘Yu di Korsou Nobo’
De partij wil een culturele en educatieve hervorming waarbij de nieuwe generatie trots op het eiland en de eigen identiteit wordt gemaakt. Dit blijkt uit nieuwe vakken in het onderwijs: vaderlandsliefde, lokale geschiedenis, cultuur, het taalbeleid: moedertaalonderwijs in de eerste jaren, later uitbreiding met meerdere talen en publieke educatie via tv- en radioshows over rechten, plichten en nationale trots.
Consistentie?
Ja, Kousa Promé wil een bewustere, meer zelfverzekerde gedekoloniseerde Curaçaose samenleving creëren. Maar de vraag blijft echter hoe je dit combineert met een multicultureel en internationaal georiënteerd eiland.
5. Milieu en duurzaamheid: een holistische benadering
De partij ziet milieu niet alleen als een ecologisch probleem, maar als een structureel maatschappelijk vraagstuk. Dit blijkt uit hun duurzaam energiebeleid met een mix van publieke en private initiatieven, een structureel schoonmaak- en recyclingbeleid als deel van de samenleving en bewustwording op scholen en via media.
Consistentie?
Ja, duurzaamheid wordt niet als los thema benaderd, maar als onderdeel van een bredere economische en sociale visie.
6. Corruptiebestrijding: institutionele hervormingen en strikte handhaving
De partij erkent corruptie als een diepgeworteld probleem en wil een integriteitsbureau oprichten voor overheidsfunctionarissen, de SOAB en Rekenkamer versterken en onderzoek doen naar corruptie in vorige regeringen.
Consistentie?
Ja, corruptiebestrijding wordt serieus genomen en gekoppeld aan bestuurlijke hervormingen. De uitdaging ligt in de uitvoering: hoe effectief kan een overheidsinstantie corruptie bestrijden als de overheid zelf als inefficiënt wordt gezien?
7. Financiering: wie betaalt de rekening?
Kousa Promé stelt dat de overheid meer zeggenschap moet krijgen over strategische infrastructuur en bedrijven, exportmarkten moeten worden ontwikkeld voor lokale producten en Herverdeling via belastingen moet de staatskas spekken.
Consistentie?
Gedeeltelijk. Er is geen duidelijk financieel plan voor hoe de overheid al deze extra taken moet financieren zonder economische schade. Hoe ga je investeren in al deze plannen zonder dat je economie vastloopt door bureaucratie of een vlucht van investeerders?
Conclusie: hoe goed voldoet het programma aan de ideologische meetlat?
Kousa Promé blijft grotendeels trouw aan haar sociaal-nationalistische, interventionistische kernwaarden:
✅ Overheid als primaire motor van de economie
✅ Herverdeling van rijkdom als basisprincipe
✅ Sterke nationale identiteit en soevereiniteit
✅ Ecologische duurzaamheid geïntegreerd in economische plannen
✅ Strikte corruptiebestrijding en institutionele hervorming
Spanningsvelden:
⚠ Grote staatscontrole vs. economische flexibiliteit → Hoe houd je een efficiënte economie als de overheid te veel taken overneemt?
⚠ Onafhankelijkheid vs. globalisering → Hoe vermijd je economische isolatie als je buitenlandse investeringen wilt beperken?
⚠ Sociale rechtvaardigheid vs. economische haalbaarheid → Hoe financier je al deze plannen zonder de economie te verzwakken?
Kortom, het programma sluit grotendeels aan bij de ideologische visie, maar de praktische uitvoerbaarheid van de plannen blijft een open vraagstuk.
39