Nieuws

Ruim 300.000 migranten kúnnen werken, maar doen het niet

In Nederland woont een stille reserve van ongeveer 330.000 migranten die niet werken, maar dat volgens de Adviesraad Migratie wel zouden kunnen. Ze zijn tussen de 25 en 65 jaar, gezond genoeg om te werken, en qua leeftijd en geslacht vergelijkbaar met andere Nederlanders. Maar ze doen het niet.

In Nederland werkt één op de vijf migranten tussen de 25 en 65 jaar niet, terwijl ze dat wel zouden kunnen. „Er zouden ongeveer 330.000 migranten méér aan het werk zijn als hun arbeidsdeelname gelijk zou zijn aan die van Nederlanders zonder migratieachtergrond”, stelt de Adviesraad Migratie. Dat is goed voor 3 procent van alle werkenden, ofwel driekwart van alle openstaande vacatures.

Drie landen, één probleem

Wat opvalt is waar het grootste deel van het probleem vandaan komt. „Als we het onbenutte arbeidspotentieel naar herkomstland bekijken, is bijna 40 procent afkomstig uit drie landen: Turkije, Marokko en Syrië”, staat in de factsheet. Dat zijn bij elkaar 130.000 mensen. Bij Syrische migranten is het probleem het meest zichtbaar onder jongeren.

Volgens het rapport is de oorzaak van het niet meedoen deels praktisch: diploma’s worden niet erkend, Nederlandse taalcursussen zijn onvoldoende en de arbeidsmarkt discrimineert soms. Maar het gaat niet alleen om externe obstakels. De raad schrijft ook: „Andere factoren kunnen een rol spelen, zoals (opvattingen over) de rolverdeling tussen mannen en vrouwen.”

Met andere woorden: er zijn ook culturele normen die meespelen. Vooral onder migrantenvrouwen is de arbeidsdeelname laag. „Vrouwen maken 62 procent van het totale onbenutte arbeidspotentieel uit.”

Bron: Adviesraad Migratie

Asielmigranten blijven thuis

Het probleem is het grootst bij asielmigranten en gezinsmigranten van buiten de EU. „Het onbenutte arbeidspotentieel verschilt sterk tussen groepen migranten […] Het is het grootst onder asiel- en gezinsmigranten (van buiten de EU). Vrijwel de helft van het totale onbenutte potentieel bestaat uit asielmigranten en Oekraïense ontheemden en hun gezinsleden.”

Wat wringt: ook na tien jaar verblijf verandert er weinig. „Onder asielmigranten is er ook na langdurig verblijf (tien jaar of langer) nog een groot onbenut potentieel.”

Botsende normen

De Adviesraad is voorzichtig, maar tussen de regels door klinkt een ongemakkelijke waarheid. In sommige migrantengemeenschappen zijn traditionele opvattingen over mannen- en vrouwenrollen nog sterk aanwezig. Als vrouwen geacht worden thuis te blijven, en werk wordt gezien als ongewenst of zelfs onfatsoenlijk, dan helpt geen enkele taalcursus of erkenning van een diploma.

Het rapport stelt: „Een goede opleiding en kennis van de Nederlandse taal zijn de belangrijkste factoren die het onbenutte arbeidspotentieel verkleinen.” Maar daarachter volgen zaken als „opvattingen over de rolverdeling tussen mannen en vrouwen en discriminatie”.

Meedoen is meer dan mogen

Er wordt in Nederland vaak gepraat over ‘gelijke kansen’. Maar het rapport laat zien dat gelijke kansen niet automatisch tot gelijke uitkomsten leiden. Veel migranten mógen werken, maar doen het niet. En die constatering schuurt met het politieke debat, waarin de nadruk vaak ligt op structurele uitsluiting.

De Adviesraad is duidelijk: „Als dat potentieel (beter) wordt benut, verbetert het inkomen en welzijn van migranten in Nederland, is er minder behoefte aan arbeidsmigranten en kan worden voorzien in veel vacatures.”

130.000 migranten erbij in een jaar, maar: ‘Dit gaat effect hebben’

Goedele Liekens over seksleven Mark Rutte: ‘Weet niet hoe hij stoom afblaast’

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Reacties

What's your reaction?

Leave A Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Related Posts